In een manifest zetten landelijke bewonersorganisaties de burgers in de wijk voor het voetlicht bij de gemeenten. Omdat de ontwikkeling van de wijken om meer moet gaan dan aandacht voor verwarde personen en multiprobleem gezinnen, zegt Matthijs Uyterlinde van Verwey-Jonker Instituut. ‘Maak gebruik van de ervaring en van de deskundigheid van de wijkbewoners.’
De nieuwe politieke belangstelling voor de ontwikkeling van de wijk is een goede reden voor het manifest, zegt Matthijs Uyterlinde, onderzoeker bij het Verwey-Jonker Instituut en één van de schrijvers van het manifest. ‘De aandacht is hard nodig na tien jaar géén wijkbeleid’, zegt Uyterlinde. Tien jaar geleden werden het grotestedenbeleid en de ontwikkeling van de krachtwijken stopgezet. Daarna is het stil geworden in de wijkontwikkeling, zegt Uyterlinde: ‘Er is geen budget meer en nauwelijks een specifieke aanpak voor kwetsbare gebieden.’
Succesvolle wijkaanpak
Op initiatief van het Landelijk Platform Buurt- en wijkgericht werken (LPB) en het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA) is het “Manifest voor een succesvolle wijkaanpak” opgesteld. Uitgangspunt: stop met het beleid dat als uitgangspunt heeft dat het slecht gaat in de wijken en dat de problemen zich daar opstapelen. Pak de verbetering in de wijken aan door de bewoners te betrekken en in te zetten. En werk niet meer alleen vanuit de logica van overheidsorganisaties.
Pijlers
Het manifest baseert de aanpak in de wijk op drie pijlers voor een ‘betekenisvolle en duurzame wijkaanpak’. Die pijlers kwamen tot stand na gesprekken met ruim 75 bestuurders, beleidsmakers, beroepskrachten, actieve bewoners en jongeren. De pijlers zijn de basis voor een aanpak die moet leiden tot meer kansengelijkheid en een beter perspectief van bewoners op gebied van opvoeding, scholing, sociaal functioneren, werk en inkomen, gezondheid, wonen en veiligheid. Pijler 1 is aandacht voor wat goed gaat in de wijk en gelijkwaardigheid. Pijler 2 is de “lange adem”; het verbeteren van perspectief voor bewoners vergt een generatie en niet één zittingsperiode van het gemeentebestuur. Pijler 3 is vertrouwen in beroepskrachten, die de ruimte moeten krijgen om hun werk goed te doen.
Perspectief van bewoners
‘Stel het toekomstperspectief van de wijkbewoners centraal’, zegt Uyterlinde. ‘Dat gaat over perspectief op de arbeidsmarkt, participatie, onderwijs en het terugdringen van georganiseerde criminaliteit. Een fundamenteel verschil met het “oude” grotestedenbeleid is dat destijds werd gekeken naar de statistieken van de wijken. Wij pleiten er voor dat werk wordt gemaakt van de verbetering van maatschappelijke kansen. Stel dat er nieuwe huur- en koopwoningen in de wijk worden gebouwd, dan kunnen wijkbewoners voorrang krijgen evenals de kinderen van die wijkbewoners. Zij zijn daar opgegroeid en geworteld in het sociaal netwerk in de wijk. Als daar andere groepen komen wonen, kan dat zorgen voor verdringing.’

Fotograaf: Florian Braakman
Luisteren naar bewoners
Hoe krijg je de bewoners bij elkaar om het begin te maken met de wijkaanpak? Daar is geen kant en klaar antwoord op, zegt Uyterlinde. ‘Het begint met luisteren naar bewoners en wat zij graag anders willen. Door verhalen van bewoners op te halen kom je erachter wat zij belangrijk vinden. Dat is iets anders dan plannen maken, inspraak organiseren en dan zeggen: “Zo gaan we dat doen”. Er zijn altijd botsende belangen. Wat echt helpt is het gesprek aangaan en transparant zijn in wat je als gemeente wil doen. Gemeenten moeten uitnodigend te werk gaan en bewoners als partij serieus nemen. Niet iedereen hoeft verplicht mee te denken, er zijn genoeg mensen die in overlevingsstand zitten en genoeg aan hun hoofd hebben. Maar biedt in ieder geval iedereen de kans om mee te doen.’’
Wijkteams
Nederland neemt een risico met de ontwikkeling in de wijken als we een nieuwe tijd ingaan met ‘oud instrumentarium’. De auteurs van het manifest waarschuwen dat we de wijkaanpak er ‘niet een beetje bij moeten blijven doen’. Waar ligt hier de rol van de wijkteams? ‘De inzet van wijkteams is sterk gericht op hulp en zorg voor kwetsbare mensen’, zegt Uyterlinde. ‘Alles wat te maken heeft met samenlevingsopbouw is de afgelopen tien jaar afgeschaald; ik denk dat je wel kunt spreken van een kaalslag in het publieke domein. Vanaf de decentralisatie in 2015 denken veel mensen, als het gaat over leefbaarheid, vooral aan verwarde personen en multiprobleem gezinnen. Maar het gaat ook over de kwaliteit van het samenleven.’
Opbouwwerk
Wat nodig is, is de herwaardering van professionals in de frontlinie; van de jongerenwerker, de opbouwwerker, van de huismeester en van de wijkagent. ‘Geef beroepskrachten de ruimte om hun werk goed te doen. Dat betekent voldoende budget en menskracht, minder administratieve lasten, maar ook investeren in de binding in de wijk.’
Ambassadeurs in de wijk
Professionals spelen een belangrijke rol daarin omdat zij direct contact hebben met bewoners in de wijk. Zij hebben ook een onderling netwerk dat ze kunnen gebruiken. Uyterlinde: ‘Benut de kracht van deze professionals, bijvoorbeeld om ambassadeurs te vinden en op te leiden die in de wijk mensen kunnen mobiliseren en activiteiten organiseren. Een mooi voorbeeld is de Rotterdamse wijk Bospolder-Tussendijken, waar bewoners zijn geworven en nu een betaalde functie hebben in de uitvoering van de wijkaanpak.’
Bron: zorgenwelzijn.nl. Redacteur Carolien Stam.